Cato's start in Laan van Spartaan
In de zomervakantie leerde ik VoorUit kennen. Ik begon net met mijn studie en besloot me nog maar niet aan te melden: mocht de studie bevallen, dan misschien later. Ik meldde me aan voor de nieuwsbrief en ontving een paar maanden later het bericht dat VoorUit nieuwe studenten zocht. Ik besloot me dit keer wel aan te melden en binnen twee weken hoorde ik niet alleen dat ik aangenomen was, maar dat ik ook in de kerstvakantie al kon beginnen.
Daar sta je dan, twee weken later. Een nieuwe kamer, in een nieuwe stad, in een nieuwe wijk waar je nog niemand kent. Je bed is opgebouwd, er staat een kast en verder nog een paar dozen, want nog niet al je spullen zijn verhuisd. Terwijl je went aan het wonen op jezelf, het zorgen voor je eigen eten en het thuiskomen in een huis met drie huisgenoten, word je voorgesteld aan de kinderen van de wijk. De kinderen, die je na de eerste week al aanspreken op straat met een vrolijk “Hallo, juf!” en de kinderen die je voor een activiteit enthousiast vragen wat we vandaag gaan doen. En dat terwijl je zelf nog amper een idee hebt van hoe een activiteit er überhaupt uitziet, laat staan wat je gaat doen!
Maar het went. En het went snel. De eerste weken zijn voorbij gevlogen en voordat ik het wist, voelde het niet meer als een nieuwe kamer, in een nieuwe stad en in een nieuwe wijk. In de afgelopen periode heb ik niet alleen de kinderen uit de wijk leren kennen, weet ik wie een broertje en het neefje van wie is, maar weet ik ook hoe ik op de fiets naar de supermarkt of naar school kom, hoe ik een activiteit inplan en organiseer en hoe alles in het buurthuis verloopt.
Natuurlijk is dit een fijn project omdat je een kamer krijgt in ruil voor werk en omdat het goed staat op je CV, maar het project is meer dan dat. Het werk, de omgang met de kinderen en volwassenen is ontzettend leuk, omdat je de bewoners ook ziet als ze op straat lopen of naar school gaan. Je begeleidt verschillende activiteiten, van een huiswerkbegeleiding, tot een meidenclub en een wereldclub, elk met een volledig andere inrichting. Deze inrichting kan je er zelf aan geven en dat maakt het nog een stuk leuker. De nieuwe kamer voelt nu als mijn kamer en het nieuwe huis voelt nu als mijn huis. Na een werkdag op de bank ploffen voelt als thuiskomen.