Hoe ga je om met sociaal-culturele verschillen?
In de masteropleiding Onderwijspedagogiek van de Vrije Universiteit te Amsterdam wordt er door middel van het vak ‘Omgaan met sociaal-culturele verschillen’ veel aandacht besteedt aan empirische studies, ethische vraagstukken en beleidsinitiatieven omtrent dit onderwerp. Als eindopdracht voor dit vak moesten studenten in groepsverband een beleidsplan schrijven voor een organisatie een vraagstuk had omtrent onderwijs en omgaan met sociaal-culturele verschillen.
Zo hebben wij, Edwin Boogaard, Els Vlieger, Suzanne Hoffenaar, Petra Farber en Lisa van Zanen, onderzoek gedaan naar de vraag: “welke vaardigheden heeft een onderwijzer, of een student met onderwijsgevende taken, nodig om met de sociale en culturele verschillen in een groep leerlingen om te gaan?”. Op basis van wetenschappelijke literatuur hierover, maar ook op basis van observaties op school en in het buurthuis en door middel van interviews met de onderwijsgevende studenten hebben wij een advies uitgebracht aan VoorUit.
Er is in vele onderzoeken gevonden dat leerkrachten het heel erg lastig vinden om met deze verschillen om te gaan, maar ook dat het juist belangrijk is dat leerlingen met verschillende achtergronden met elkaar in contact komen. Dit vergroot het begrip voor elkaar en versterkt de identiteit van leerlingen die zich zowel naar de gebruiken voegen van hun ouders en grootouders, maar ook naar de gebruiken van de Westerse cultuur.
Daarom is VoorUit ook zo’n mooi initiatief. Studenten met een veelbelovende toekomst in de maatschappij en leerlingen met een achterstandspositie worden met elkaar in contact gebracht. Verschillende initiatieven, zoals de huiswerkbegeleiding na school of in het buurthuis zijn hier een voorbeeld van.
Echter blijkt het in de praktijk dus al lastig voor leerkrachten met een professionele opleiding om met de sociale en culturele verschillen om te gaan, dus een student zonder specifieke pedagogische of didactische scholing zal hier zeker een flinke uitdaging aan hebben.
Met name het bieden en handhaven van structuur, het geven van overzichtelijke opdrachten en het geven van complimenten voor goed gedrag zijn belangrijk. In de praktijk komt het voor dat kinderen die op negatieve wijze aandacht trekken, deze aandacht ook krijgen. Kinderen die goed hun best doen worden over het hoofd gezien. De leerlingen die geen aandacht vragen, verdienen dit vaak wel.
Wij stellen voor om de studenten specifieke ondersteuning te bieden op het gebied van didactische en pedagogische vaardigheden. Het lijkt ons zinvol als de studenten hierbij hun eigen ontwikkeling bijhouden en bespreken met medestudenten. Dit is een waardevolle toevoeging op hun kennis en ervaring.
Tekst: Lisa van Zanen, Beeld: Marieke Duursma