Vragen
Wie ben jij?
Floris: Zou je jezelf kunnen voorstellen en wat je doet in de wijk?
Larissa: Ja, ik ben Larissa Korporaal en ik ben een actieve buurtbewoner die een heleboel dingen doet in de wijk. Zo heb ik twee en een half jaar geleden een wekelijkse prikactie opgezet. Meestal zijn er nu zo’n vier tot acht mensen die door de wijk lopen en opruimen. Ik ben dit gaan doen omdat ik het helemaal zat was me te ergeren aan alle troep en dacht “ik kan me of blijven ergeren of ik kan wat gaan doen”. Ik benook nog mentor van sommige kinderen uit de buurt. Ik geef hen bijles of ik ben er gewoon voor ze. Vanuit het veld prikken kwam het idee dat er een heleboel dingen niet zo goed gaan of niet goed zijn in de wijk. Daar wilde ik iets aan veranderen. Mijn idee is dat het schoon moet zijn in de buurt. Iedereen wil dat het schoon is. Dat heb ik gebruikt als een soort gereedschap of een hefboom om vooral mensen te verbinden. Want als mensen zich verbonden voelen met een buurt, zijn ze ook eerder geneigd om dingen niet op de straat te gooien, en om naar elkaar om te kijken. Zo krijg je een positief effect. Zodoende ben ik hier met van alles nog en nog wat bezig.
Wat drijft je?
Floris: Je hebt heel veel impact op Slotervaart en ik wil vragen wat jou activeert om dit te blijven doen?
Larissa: Wat me drijft? Oh m’n drijfveer jeetje.
Floris: Ja.
Larissa: Ik weet trouwens niet of ik heel veel impact heb in Slotervaart, maar ik doe mijn best, ik probeer wat ik kan. Het is een beetje tweeledig, denk ik, mijn drijfveren. De eerste is vrij primair, ik ben een jaar of zes geledenaangevallen door een man en die heeft me zo dergelijk verwond dat ik een operatie moest hebben aan m'n knie. Toen ben ik een tijd bang geweest, ook toen er hangjongeren hier beneden stonden, ik durfde niet meer door mijn eigen deur naar buiten en nam steeds de achterdeur. Ik zat zelfs te denken ‘misschien wil ik wel verhuizen’. Totdat ik zo'n idee kreeg, net zoals bij het vuil: ‘ik kan me of ergeren of ik kan bang zijn, of ik kan proberen om de buurt terug te nemen, terug te veroveren. Dat was eigenlijk het punt dat ik ook meer contact ben gaan maken met mensen en iets daarna ben ik dus begonnen met die vuilprikgroep en daarna. Ik merkte dat een heleboel mensen daar positief op reageerden.
Daardoor leerde ik ook mensen kennen die ik nu tegenkom wanneer ik rondloop. Vanochtend fietste ik van de Osdorppleinbuurt hier naartoe en kwam ik eerst Faye tegen, die met me op fietste. Vervolgens kwam ik iemand anders tegen die stopte voor een praatje, waarna ik hier op de hoek weer iemand kende. Je hebt een soort netwerk of gemeenschap om je heen waardoor je je minder bang voelt. Of minder kwaad, minder whatever.
De tweede reden is dat ik me heel erg goed besef dat ik ontzettend geprivilegieerd ben. Ik heb het heel erg goed. Ik woon op een mooie locatie, ik heb kunnen studeren, ik ben niet van Marokkaanse of Turkse achtergrond dus ik word niet preventief aangehouden en gefouilleerd. Ik heb wel discriminatie meegemaakt omdat ik een vrouw ben. Ik bedoel, dat helpt in elk geval niet, maar ja ik heb het gewoon goed en zeker in vergelijking met sommige van mijn vrienden die in het buitenland wonen. In Bangladesh wordt de LHBTI-gemeenschap heel onrechtvaardig behandeld. Een vriend van mij is vermoord, daardoor realiseer ik me gewoon heel erg dat ik mazzel heb gehad. Ik vind dat ik daardoor een zekere verplichting heb, of nouja niet verplichting, maar ik kan heel slecht tegen onrechtvaardigheid. Ik vind het gewoon niet eerlijk, ook hoe het hier in Nederland nu is ingericht. Ik kom uit een heel erg arm milieu en vandaaruit, nu ik het dus goed heb, zie ik van ‘hey, een heleboel andere mensen hebben dat niet’. Je hebt gewoon voordelen als je dat wel hebt en ik wil dus wat terugdoen. Dat is het korte antwoord.
Ik weet dat ik geprivilegieerd ben, ik heb het goed en ik wil wat terugdoen. Niet in de zin dat ik de savior wil zijn of wat dan ook, maar wel dat ik ruimte in mijn hoofd heb om dingen op te zetten, er tijd in te steken. Daarom geef ik ook bijles, gratis, doe ik vrijwilligerswerk en prik ik iedere week. Ook omdat ik deels vind dat iedereen dat zou moeten doen. Als s je alleen maar voor jezelf leeft en allemaal je eigen stukje pakt, dan mis je dus de gemeenschap die je creëert als je dat allemaal wel zou doen.
Het effect dat in Nieuw-West wonen heeft.
Floris: Denk je omdat je dus in Nieuw-West woont, hier in de wijk, en ziet wat er aan de hand is, en dat je een achtergrond hebt die vergelijkbaar is, dat at dat een rol speelt in jouw motivatie?
Larissa: Ik denk wel dat ik het eerder zie, want ik ben opgegroeid in een huis zonder douche bijvoorbeeld. Dat was gewoon echt een wederopbouw flatje waar mijn ouders en ik woonden, in een kamer gescheiden met een glazen wand. Die hadden ze erin gezet met een gordijntje ervoor. Ik had dan mijn eigen slaapkamer, maar in de badkamer zat geen douche.
En ik weet dus ook wel wat het is om je te schamen. ‘had je veel vriendjes en vriendinnetjes over de vloer?’ Dat was eigenlijk niet zo, omdat ik me schaamde voor hoe het thuis was, hoe klein het was en dat soort dingen. Ik ken het mechanisme dat arme mensen gebruiken om dingen te verstoppen, te verdoezelen. Ik heb me ook nooit zo heel erg gerealiseerd dat ik arm was. Dat was gewoon een gegeven en het was zo. Hoe ik ben groot geworden is eigenlijk toch niet zo normaal vergeleken met andere mensen. Toen ik jong was ging het veel meer automatisch dan ik dacht. Misschien dat ik me daarom ook hier wel in de buurt thuis voel. Omdat er heel veel mensen zijn die het ook niet zo ruim hebben, die dus daardoor moeite hebben met ruimte in hun hoofd maken. Dat gevoel van constant aan het overleven zijn in plaats van leven ken ik ook.
Nu ik dus wel de ruimte heb om te leven, alhoewel ik door mijn depressie ook af en toe aan het overleven was, vind ik gewoon dat ik iets terug kan doen. Ik vind dat gewoon normaal. Ik vind het ook niet zo iets bijzonders. Mensen zeggen dat het inspirerend is wat ik doe. Ik vind dus eigenlijk helemaal niet dat ik iets heel bijzonders doe. Ik heb meer zoiets van: ‘Het zou leuk zijn als iedereen dat zou doen”.
Wat wil je zien gebeuren in Slotervaart?
Floris: Je bent ook de laatste tijd heel erg bezig om te proberen de wijk te verbeteren. Maar wat zou je op lange termijn graag zien veranderen in de wijk?
Larissa: Ik vind sowieso dat de ‘systeemwereld’ anders ingericht moet worden. Daarmee bedoel ik de gemeente, maar ook andere partijen zoals de grote welzijnsorganisaties. Er moet veel meer transparantie zijn naar de mensen toe, meer vertrouwen. Als je nu een idee hebt of iets wilt doen, is het standaard antwoord bijna altijd ‘nee’. Terwijl ik denk dat het vaak beter is als mensen in hun eigen wijk dingen doen, beter dan dat de gemeente het doet.
Zo zouden er meer mensen zijn die naar elkaar omkijken, omdat ze dus het vertrouwen krijgen van de gemeente. Mensen kunnen elkaar helpen door kinderen bijles te geven bijvoorbeeld. Iemand die gestudeerd heeft, die kan vaak kinderen op de basisschool heel goed bijles geven, terwijl ouders dat misschien niet kunnen.
Ik vind het belangrijk dat mensen naar elkaar omkijken, dat meer mensen elkaar kennen doordat er hier leuke dingen georganiseerd worden. En dat at het schoner is, dat is ook iets waar de gemeente aan mee moet doen, maar ik denk ook wel eens: ‘er zijn mensen die in armoede leven, die geen baan hebben. Waarom zeg je dan niet ‘weet je wat, als jij deze straat schoonhoudt dan krijg je van ons een betaling, want al dat gedoe met al die uitkeringen en toeslagen is zo gecompliceerd geworden. Je maakt mensen op een stomme manier afhankelijk, terwijl je ook zou kunnen zeggen ‘hier heb je geld en ga daarmee nuttige dingen doen’. Ik denk dat dat heel veel uitmaakt.
Ik wil dus dat het schoner wordt hier en ik wil dat mensen meer participeren, maar dan moet de gemeente meer naar ons luisteren. Wij zijn degenen die hier leven, sterker nog, dit is ons leven hier! Als alles altijd maar voor je wordt besloten, in plaats van met jou, raken mensen gedemotiveerd en voelen ze zich niet gezien.
Ik hoop dat mensen in de buurt elkaar gaan zien, horen en respecteren. En ook, dan trek ik het heel breed, dat politici niet zo in ‘wij en zij’ denken. Want we wonen hier met z’n allen op dit stukje aarde, maar moeten het met z'n allen ook samen doen! Dat is mijn toekomstbeeld, dat de gemeente het ons makkelijker maakt om als bewoners initiatieven te ontplooien, die ons gelukkig maken.
Floris: Dat vindt ik heel mooi gezegd.
Larissa: Dankje.